Select Page

Het harkende vrouwtje

Op een van mijn wandeltochten passeerde ik altijd langs een klein huisje met lieftallige gordijntjes achter de kleine ramen. De voortuin van dat huisje werd streng bewaakt door twee tuinkabouters onder een rode paddenstoel met witte stippen. Het gazonnetje was steevast kort gemaaid maar het was het grindpad dat gedurende vele jaren altijd mijn aandacht trok.  

Elke keer ik er voorbij wandelde zag ik namelijk een oud vrouwtje dat grindpad bewerken met haar onafscheidelijke hark. Haar mooie grijze haren in een perfecte knot, gekleed in losse maar elegante vrijetijdskleren en voorzien van stevige schoenen stond ze daar elke dag weer, om het even wanneer ik daar voorbij ging. 

Het was wat hypnotiserend hoe ze met gebogen hoofd opging in haar werk, steeds maar met die hark rechte lijnen aan het trekken, de ene rij naast de andere. Pogingen om oogcontact te krijgen bleven altijd zonder resultaat. Weer of geen weer, ze was altijd in de weer, op alle uren van de dag, waardoor onkruid geen kans kreeg en het pad er prachtig bij lag. Was het uit respect voor die perfectie dat er nooit voetsporen van wandelaars te zien waren? 

Uiteraard vroeg ik me af waarom dat vrouwtje zo intensief bezig was met dat harken. Psychologen zouden misschien gezegd hebben dat het harken structuur bracht in haar leven en dat ze zo vermeed om ten prooi te vallen aan nostalgie. De romanticus in mij dacht dan weer dat ze iemand verwachtte, een belangrijk persoon die al dat werk waard was maar van wie ze niet wist wanneer die zou opdagen. 

En toen, op een blauwe maandag, hield ik verbaasd halt ter hoogte van het huisje. Er was niemand aan het harken. Mijn lokale wereldbeeld stond plots op zijn kop en terwijl ik mijn wandeling voortzette vroeg ik me af wat er aan de hand kon zijn. De volgende dag keek ik ernaar uit om het vertrouwde beeld van het harkende vrouwtje terug te zien. Maar toen ik er aankwam waren enkel de kabouters paraat. 

Na een week zag ik tot mijn ontzetting de eerste sporen van autobanden zich aftekenen op het grindpad. Nog wat later zag ook het eerste onkruid zijn kans schoon en stak het de kop op in het grindpad dat intussen zijn vaste structuur verloren had. De kiezelsteentjes werden niet langer bedwongen door de onverbiddelijke hark en lagen er ongeorganiseerd bij. 

Tot op vandaag weet ik niet wat er gebeurd is met het vrouwtje met de grijze haren. Misschien is haar langverwachte bezoeker eindelijk aangekomen en heeft hij haar meegenomen. Of ze is verhuisd en verblijft nu in een kangoeroewoning bij haar kinderen en kleinkinderen waar haar routine van het harken vervangen is door de routine van de papfles voor haar eerste kleinkind. 

Als ik vandaag passeer aan haar huisje moet ik toch altijd even slikken. De wasdraad in de voortuin hangt er troosteloos bij, tevergeefs wachtend op de welriekende en gekleurde was die ze daar placht op te hangen. Een van de kabouters is omgevallen en de andere staat er wezenloos bij. Tegen de muur van de veranda staat de hark perfect gepoetst te wachten op de terugkeer van zijn bezitter. Mijn wandeling zal nooit meer hetzelfde zijn. 

Alain – Térieur – Dierckx

About The Author

Alain Dierckx

eindredactie en redactielid