Verhalen van ‘t volk
ZEMST – Tal van verhalen zijn er over Zemst, dat het moeilijk werd een selectie te maken! We kozen er twee uit, maar er volgen er ongetwijfeld nog meer in de volgende edities. Voor jullie beginnen lezen: pantoffels aan en kippen op stok! Misschien een bezoekje aan het kleinste kamertje,
gewoon om zeker te zijn.
Tenenhaters
In Zemst leefden vroeger vreemde wezens, bekend als de teenhaters. Hoewel niemand ze zich nog precies kan herinneren, zelfs de oudste inwoners niet, gingen er verhalen rond over hun angstaanjagende verschijning. Het waren grote, eigenaardige, geschubde beesten, met een specifieke voorkeur voor de tenen van kinderen.
De teenhaters stonden erom bekend onverwachts op te duiken. Ze loerden op kinderen die op blote voeten liepen, klaar om hun tanden in hun tenen te zetten. Wie zonder schoenen rondliep, lokte deze griezelige wezens naar zich toe. Daarom waarschuwden ouders hun kinderen keer op keer: loop nooit blootvoets, want de teenhaters liggen op de loer. Als ze hun kans schoon zagen, sprongen ze vanuit hun schuilplaats tevoorschijn en grepen ze de blote tenen, om er dan hard in te bijten. En dat was allesbehalve aangenaam.
Zodra iemand het over de teenhaters had, werd iedereen nerveus. Zelfs op school, waar leraren de verhalen vertelden, trokken de kinderen hun tenen snel in. Het maakte niet uit of je klompen of schoenen droeg, de angst voor de teenhaters was zo groot dat iedereen onmiddellijk zijn voeten beschermde. Niemand wilde het risico lopen door deze enge wezens gebeten te worden.
De teenhaters zorgden ervoor dat kinderen altijd op hun hoede waren. Het was een tijd waarin iedereen goed nadacht voordat ze hun schoenen uittrokken, altijd bewust van het gevaar dat misschien net om de hoek schuilde.
De Eierkakker
Vroeger werd er in de herbergen van Zemst flink gedronken en gegeten. Het was er goedkoop, want de herbergiers streden om klanten met lage prijzen. De fanfare maakte er zelfs een liedje over: “Van den Hoek tot aan de Reys, is ’t bier aan halve prijs.”
Na een avond vol plezier gebeurde het wel eens dat iemand onderweg naar huis hoge nood kreeg. Zo verging het Milleke.
Op een avond, terwijl hij door de Leopoldstraat liep, ter hoogte van het huis van de koster, moest hij dringend een ‘stomme bedevaart’ maken, zoals men dat toen noemde. Veel mensen deden hun behoefte onder de grote haag daar, tot ongenoegen van de koster.
Milleke deed zijn broek omlaag en hurkte neer. Terwijl hij zo gebukt zat, keek hij naar beneden en zag tot zijn verbazing dat hij vijf eieren had gelegd! “’t hekst hier!” riep Milleke en rende naar huis.
Het verhaal van zijn ‘eieren leggen’ ging jarenlang de ronde en Milleke kreeg al snel de bijnaam ‘eierkakker’. Niemand durfde daarna nog onder die haag zijn behoefte te doen, omdat men geloofde dat er spoken zaten.
Pas vele jaren later bekende de koster, Louis Van Malderen, dat hij destijds met een schep de kak van Milleke had opgeruimd en vervangen door vogeleieren.
Tekst: Sylvie Dehasque,
foto’s: via open A.I.